Een ogenblik geduld a.u.b.

Gebiedsanalyse

Toelichting indicatoren

Kwaliteit gebouwde omgeving

Indicator Toelichting
Vroeg naoorlogse woningen Percentage woningen dat gebouwd is tussen 1941 en 1970
Nieuwbouw Percentage woningen dat gebouwd is na 2000
Sociale huurwoningen Aandeel sociale huurwoningen (van de 3 grootste corporaties) tot de huurtoeslaggrens ten opzichte van de totale woonvoorraad
Kleine meergezinswoningen Percentage kleine (<90 m2) meergezinswoningen
Kleine eengezinswoningen Percentage kleine (<90 m2) eengezinswoningen
Woningwaarde (WOZ) Gemiddelde woningwaarde (WOZ). Hierbij wordt alleen gebruik gemaakt van die WOZ-objecten omschreven als woningen dienend tot hoofdverblijf en woningen met praktijkruimte met een waarde groter dan nul euro
Woningbezetting kleine woningen Gemiddeld aantal inwoners van kleine woningen (<90 m2)
Flat- / appartementwoningen Percentage flat/appartementwoningen
Verloedering openbare ruimte Het kengetal verloedering geeft weer hoeveel verloedering men in de eigen buurt waarneemt. Hoe hoger het getal, hoe vaker het voorkomt. Het kengetal is gebaseerd op een aantal aspecten:
  • bekladding van muren en/of gebouwen
  • vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes
  • rommel op straat
  • hondenpoep

Beeldvorming van de buurt

Algemene waardering woonbuurt Het kengetal algemene evaluatie woonbuurt geeft weer hoe men de eigen woonbuurt waardeert. Hoe hoger, hoe positiever. Het kengetal is gebaseerd op de volgende stellingen:
  • De mensen in deze buurt blijven hier graag wonen
  • Als je in deze buurt woont, heb je het goed getroffen
  • Als het maar enigszins mogelijk is, ga ik uit deze buurt verhuizen
  • Het is vervelend om in deze buurt te wonen
  • Hoe prettig vindt u de buurt waarin u woont?
Waardering woonomgeving Gemiddeld rapportcijfer woonomgeving
Waardering leefbaarheid eigen buurt Gemiddeld rapportcijfer leefbaarheid van de eigen buurt
Vooruitgang gezien eigen buurt Percentage inwoners dat vooruitgang heeft gezien in hun buurt
Achteruitgang gezien eigen buurt Percentage inwoners dat in hun buurt achteruitgang heeft gezien
Vooruitgang verwacht eigen buurt Percentage inwoners dat in hun buurt vooruitgang verwacht
Achteruitgang verwacht eigen buurt Percentage inwoners dat in hun buurt achteruitgang verwacht

Collectieve zelfredzaamheid

Sociale cohesie Het kengetal sociale cohesie geeft aan in hoeverre inwoners binding voelen met de buurt en buurtbewoners Hoe hoger de score, hoe meer binding men voelt. Het kengetal is gebaseerd op de volgende stellingen:
  • De mensen gaan in deze manier op een prettige manier met elkaar om
  • Ik voel me thuis bij de mensen die in de buurt wonen
  • Ik woon in een gezellige buurt waar veel saamhorigheid is
  • De mensen in de buurt kennen elkaar nauwelijks
Sociale kracht Het kengetal sociale kracht geeft aan in hoeverre inwoners uit de buurt elkaar hulp geven en ontvangen. Hoe hoger de score, hoe meer hulp men geeft en ontvangt. Het kengetal is gebaseerd op de volgende stellingen:
  • Ik kan goed bij buurtbewoners terecht voor hulp, steun of informatie
  • Ik geef zelf hulp, steun of informatie aan buurtbewoners

Veiligheid en overlast

Ervaren sociale overlast Het kengetal sociale overlast geeft weer hoeveel sociale overlast inwoners in de eigen buurt ervaren. Hoe hoger de score, hoe meer ervaren overlast. Het kengetal is gebaseerd op de volgende typen sociale overlast:
  • dronken mensen op straat
  • mensen worden op straat lastiggevallen
  • drugsoverlast
  • overlast door groepen jongeren
Ervaren overige overlast Het kengetal overige overlast geeft weer hoeveel overlast men in de eigen buurt ervaart. Hoe hoger de score, hoe meer overlast er wordt ervaren. Het kengetal is gebaseerd op het voorkomen van de volgende typen overlast:
  • andere vormen van geluidsoverlast
  • overlast door omwonenden
  • dronken mensen op straat
  • overlast door zwervers/daklozen
  • overlast door horecagelegenheden
Ervaren dreiging Het kengetal dreiging geeft weer in hoeverre men dreiging ervaart in de eigen buurt. Hoe hoger het getal, hoe meer dreiging men ervaart. Het kengetal is gebaseerd op het voorkomen van de volgende situaties:
  • mensen worden op straat lastig gevallen
  • straatroof
  • drugsoverlast
  • overlast van groepen jongeren
  • geweldsdelicten
  • bedreiging
  • vrouwen en meisjes die op straat worden nagefloten, nageroepen, of op een andere manier ongewenst aandacht krijgen
  • jeugdcriminaliteit
Ervaren vermogensdelicten Het kengetal vermogensdelicten geeft weer het aantal ervaren vermogensdelicten in de eigen buurt. Hoe hoger het getal, hoe vaker men het ervaart. Het kengetal is gebaseerd op het voorkomen van vier mogelijke vermogensdelicten:
  • fietsendiefstal
  • beschadiging of vernieling aan auto's en diefstal vanaf auto's
  • inbraak in woningen
  • diefstal uit auto's
Ervaren veiligheid Percentage inwoners dat zich weleens onveilig voelt in de eigen buurt
Geregistreerde overlast Aantal registraties overlast bekend bij politie per 1000 inwoners
Geregistreerde criminaliteit Aantal geregistreerde misdrijven bekend bij politie per 1000 inwoners

Verhuizingen en verhuisgeneigdheid

Verhuisgeneigdheid Percentage inwoners dat het oneens is met stelling ‘Als het maar enigszins kan, ga ik uit deze buurt verhuizen.’
Woonduur Gemiddelde woonduur in jaren op het huidige adres. Dit is een onderschatting van de werkelijke gemiddelde woonduur
Mutatiegraad Verhouding tussen migratie en bevolkingsomvang. Een lage mutatiegraad betekent dat er geen migratie plaatsvindt en een hoge mutatiegraad betekent dat er veel inwoners migreren. De mutatiegraad is daarmee een maat voor het aantal verhuizingen binnen een bepaald gebied

Samenstelling bevolking

Diversiteit naar herkomst Mate van diversiteit gemeten met de Herfindahl-Hirschman-Index (HHI): een maat tussen 0 en 1 die aangeeft hoe groot de kans is dat twee willekeurig gekozen personen uit het betreffende gebied tot verschillende herkomstgroepen behoren. Hoe hoger de index, hoe groter die kans. Een lage HHI duidt dus op homogeniteit, een hoge HHI op heterogeniteit. Volgens de WRR hangt een hogere diversiteit samen met de kans op minder sociale cohesie. De diversiteit naar herkomst scoort daarom negatiever als er sprake is van meer diversiteit in een wijk
Participatiewet Aantal personen tot AOW-gerechtigde leeftijd met een uitkering vanuit de Participatiewet (PW) als percentage van de potentiële beroepsbevolking (15-64 jarigen) op 1 januari. In 2015 inclusief personen in een inrichting
Laag inkomen Percentage huishoudens met inkomen onder de lage-inkomensgrens
Huishoudens tot 120% sociaal minimum Percentage huishoudens met inkomen tot 120% van het sociaal minimum
WMO Aantal inwoners (18+) met actieve zorgtoewijzing vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
Jeugdwet Percentage inwoners (18-) met actieve zorgtoewijzing Jeugdwet
Goede lichamelijke gezondheid Percentage inwoners dat hun lichamelijke gezondheid als goed of uitstekend ervaart
Goede psychische gezondheid Percentage inwoners dat hun psychische gezondheid als goed of uitstekend ervaart
Emotionele eenzaamheid Percentage inwoners dat zich emotioneel eenzaam voelt. Hoe hoger het cijfer, hoe sterker inwoners zich emotioneel eenzaam voelen. De score op emotionele eenzaamheid is gebaseerd op de volgende stellingen:
  • Ik mis een echt goede vriend of vriendin.
  • Ik ervaar een leegte om mij heen
  • Ik mis gezelligheid om mij heen
  • Ik vind mijn kring van kennissen te beperkt
  • Ik mis mensen om mij heen
  • Vaak voel ik me in de steek gelaten
Sociale eenzaamheid Percentage inwoners dat zich sociaal eenzaam is. Hoe hoger het cijfer, hoe sterker inwoners zich sociaal eenzaam voelen. De score op sociale eenzaamheid is gebaseerd op de volgende stellingen:
  • Er is altijd wel iemand in mijn omgeving bij wie ik met mijn dagelijkse problemen terecht kan
  • Er zijn genoeg mensen op wie ik, in geval van narigheid, kan terugvallen
  • Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen
  • Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel
  • Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht

Toelichting profieltaart

Doel profieltaart

Het doel van deze profieltaart is om inzichtelijk te maken hoe de gemeente Arnhem zich ontwikkelt. De gebiedsanalyse geeft u een beeld van hoe een wijk of buurt scoort op diverse indicatoren in vergelijking met het gemiddelde van Arnhem. Positieve/negatieve scores betekenen dat wijken een grotere/kleinere kans hebben op een positieve/negatieve ontwikkeling. Hiermee kan de gemeente de ontwikkeling van wijken monitoren. De gemeente gebruikt deze gebiedsanalyse samen met andere informatie om samen met bewoners en professionals de problemen in de wijk aan te pakken en zo de wijken te versterken.

De ontwikkelingen zijn zowel door de tijd heen te zien, door de huidige stand met een eerdere periode te vergelijken, als door een gebiedsvergelijking, waarbij de ontwikkeling van buurten en wijken met het Arnhemse gemiddelde wordt vergeleken.

Toelichting thema's

In de profieltaart staan 6 thema’s en voor elk thema zijn verschillende indicatoren geselecteerd. De selectie van zowel de thema's als de indicatoren is gebaseerd op literatuuronderzoek, waarbij een aantal belangrijke signaleringsindicatoren zijn vastgesteld (zie bijlage) . Zo zijn er bijvoorbeeld bij het thema ‘beeldvorming’ o.a. de indicatoren 'rapportcijfer woning' en 'vooruitgang gezien eigen buurt' opgenomen. Door op een vlak in de profieltaart te klikken, krijgt u meer inzicht in de onderliggende waarden per thema. Vanuit de tabel kan u verder klikken naar meer informatie per indicator.

Score per thema

Klik op één van de thema’s in de profieltaart om de scores voor de indicatoren van dat thema weer te geven. De kleur van een thema geeft aan hoe gunstig de wijk of buurt scoort op dat thema. De scores van alle indicatoren samen bepalen de kleur van het thema. In het model kan een hoge of lage score per indicator een positief of negatief effect betekenen op de ontwikkeling van de wijk of buurt. Bijvoorbeeld: een hoger inkomen kan een gunstig effect hebben, maar een hogere werkloosheid kan een ongunstig effect hebben. Voor meer informatie klikt u op de betreffende indicator.

Een negatieve of positieve score betekent een grotere kans dat een wijk zich in de toekomst negatief respectievelijk positief ontwikkelt t.o.v. het Arnhems gemiddelde. De indicatoren kunnen in samenhang een direct of indirect effect hebben op de ontwikkeling van een wijk. Het volgende voorbeeld illustreert dit. Een wijk waar men een negatief beeld heeft van de buurt, heeft een hogere kans op een negatieve ontwikkeling. Wanneer de sociale cohesie echter hoog is, zijn mensen toch bereid zich in te zetten voor de wijk en is er meer sociale controle. Dit leidt tot een hogere kans op meer veiligheid, en dus een positieve ontwikkeling van de wijk.

De indicatoren uit de profieltaart hebben in veel gevallen een verschillende grootheid. Zo wordt de ene indicator bijvoorbeeld uitgedrukt in aantal personen en de andere indicator in euro's. Om de verschillende indicatoren toch met elkaar te kunnen vergelijken, wordt er gebruik gemaakt van z-scores. Een z-score is een statistische maat die aangeeft hoeveel een score afwijkt van het gemiddelde en deze zijn onderling te vergelijken. Hierdoor kan er een totaalbeeld worden gemaakt van alle indicatoren samen.

Legenda

De profieltaart gebruikt een aantal klassen. De klassegrenzen zijn gebaseerd op de verdeling van de z-scores en het gemiddelde.

We hanteren de volgende klassengrenzen:

  • Veel slechter: z-score kleiner dan -1,5
  • Slechter: z-score tussen -1,5 en -0,5
  • Gemiddeld: z-score tussen -0,5 en 0,5
  • Beter: z-score tussen 0,5 en 1,5
  • Veel beter: z-score van meer dan 1,5

Heeft u nog vragen of opmerkingen over de Gebiedsanalyse dan kunt u contact opnemen met de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente Arnhem via de knop ‘contact’ bovenin de menubalk.

 

Gebiedsanalyse

De gebiedsanalyse geeft u een beeld van hoe een wijk of buurt scoort op diverse indicatoren in vergelijking met het gemiddelde van Arnhem. Positieve/negatieve scores betekenen dat wijken een grotere/kleinere kans hebben op een positieve/negatieve ontwikkeling. Hiermee kan de gemeente de ontwikkeling van wijken monitoren. De gemeente gebruikt deze gebiedsanalyse samen met andere informatie om samen met bewoners en professionals de problemen in de wijk aan te pakken en zo de wijken te versterken.

Kies tussen ontwikkeling of gebied

Kies een wijk

 

Gekozen regio vergeleken met gemeente Arnhem

 

Scores per thema

Klik op één van de thema’s in de profieltaart om de scores voor de indicatoren van dat thema weer te geven. De kleur van een thema geeft aan hoe gunstig de wijk of buurt scoort op dat thema. De scores van alle indicatoren samen bepalen de kleur van het thema. In het model kan een hoge of lage score per indicator een positief of negatief effect betekenen op de ontwikkeling van de wijk of buurt. Bijvoorbeeld: een hoger inkomen kan een gunstig effect hebben, maar een hogere werkloosheid kan een ongunstig effect hebben.

 
Kies tussen staaf of lijngrafiek